Uitlachen
“Ja joh”, begint hij. “Het begint helemaal te lopen hoor. Mensen komen bij me omdat ze over me gehoord hebben. Weet je wel. Er wordt wat gepraat hoor, door de mensen.” Tevreden kijkt hij me aan. “Echt een gevalletje van … Continue reading
“Ja joh”, begint hij. “Het begint helemaal te lopen hoor. Mensen komen bij me omdat ze over me gehoord hebben. Weet je wel. Er wordt wat gepraat hoor, door de mensen.” Tevreden kijkt hij me aan. “Echt een gevalletje van … Continue reading
Er is iets raars gaande. Ik noem het maar even zoals het is: ik heb echt niets meer te vertellen. Eigenlijk heb ik dat wel, maar het wordt niet zo prettig ontvangen. Stel je dit voor: je bent met vrienden … Continue reading
Ik kocht een boekenbon. “Is het voor een volwassene?” vroeg de jongen achter de kassa. “Nee”, zei ik. “Voor een jong meisje.” Dochter keek me fronsend aan: “Vind je dat jong? Tien jaar? Dat zal ze niet leuk vinden.” De … Continue reading
Ze keken neutraal. Drie op een rij. Ik ging tegenover ze zitten en sloeg het kladblok open. Zwijgend keken ze naar het papier. Eentje ging rechtop zitten, schraapte zijn keel en vroeg me: “Zo… dus jij komt ons interviewen?” Ik … Continue reading
Zie hier ben ik. Op 14 mei 1973. Ik moet ergens om lachen. Of móet ik lachen? Voor de foto. Een rolletje moest immers niet verpest worden. Nee, het ziet er toch wel echt uit. Helemaal omdat ik in mijn … Continue reading
Er zijn van die dingen. Die moet je gewoon doen. Ook al vind je het lastig. Of zie je het nut er niet van in. Of… laat ik het zeggen zoals het voelt: je bent er bang voor. Want zeg … Continue reading