Achttien
Ik loop langs het strand naar een huis met een vruchtenboom. Een wit huis met luiken, een huis waar talrijke scooters aan weerszijden van het pad richting de deur staan. Op het trapje zit zij, met een dikke buik. Te … Continue reading
Ik loop langs het strand naar een huis met een vruchtenboom. Een wit huis met luiken, een huis waar talrijke scooters aan weerszijden van het pad richting de deur staan. Op het trapje zit zij, met een dikke buik. Te … Continue reading
Het eiland lijkt dichtbij. Maar dat is niet zo. Hier in de branding reis ik er met mijn ogen naartoe. Net zolang tot ze tranen. De lucht trilt. Het lukt me niet. Zie ik een vlag? Boven op die rotsen? … Continue reading
Morgen jeugdjournaal op school. Ik kijk naar hem. Babbelend tegen zijn zus. Hij grijnst naar me: een chocoladepastagrijns. Ik denk aan mijn oma die met drie kinderen in een kamp zat. Aan mijn andere grootouders die met hun kinderen onder … Continue reading
Het asfalt biedt hem niet genoeg uitdaging, dus duikt hij met een vaart het zijpad in. Het trekt aan hem. Dit moet hij. Wil hij. De wind in zijn haren, het geluid van brekende takken onder zijn wielen. Hij knijpt … Continue reading
‘Zo cool, die paarse strepen in uw haar.’ Heeft ze het nu tegen mij? Dat moet wel, want ze wast mijn coupe. Het jonge meisje babbelt verder. ‘Paars?’ onderbreek ik haar. ‘Waar zie jij paars?’ Ze lacht. ‘In uw haar. … Continue reading
Ik slaap al drie jaar niet. Ok. Een uurtje per nacht misschien. Soms twee. Bij elkaar opgetelde minuten zijn het, waarin ik wat slapen afwissel met alert wakker liggen. Dat ik soms dingen zie die er niet zijn. Dat vertel … Continue reading
Ze houdt een fles omhoog. ‘Deze?’ Ik twijfel. Ik weet het niet meer goed. Ze pakt een andere fles. ‘Deze dan?’ Zou kunnen, dus ik knik. We kijken naar het schaaltje. De saus is roze. Precies zoals ik me herinner. … Continue reading