Uit 't Copy van Clason

17 november 2015 Er was eens

Falen

Morgen jeugdjournaal op school. Ik kijk naar hem. Babbelend tegen zijn zus. Hij grijnst naar me: een chocoladepastagrijns.

Ik denk aan mijn oma die met drie kinderen in een kamp zat. Aan mijn andere grootouders die met hun kinderen onder de trap schuilden omdat er bommen vielen. Ik denk aan mensen die ook nu daarvoor vluchten. Zoveel jaren later. Ik begrijp niet goed hoe ze het konden, mijn voorouders. Ik begrijp niet goed hoe ze het kunnen, al die mensen op de vlucht. Want hoe doe je dat: overleven in alle gekte. Na alle waanzin.

En nu dit. Ik hoef enkel iets te vertellen. Meer niet. Ik maakte het niet mee. Maar het voelt als falen. Want deze volwassen wereld laten zien aan een achtjarige, ik lijk het bijna niet te kunnen.

‘Hee, kijk jij elke dag jeugdjournaal op school?’ Hij knikt. Zijn blik is vragend. Op zijn hoede. Zijn zus kijkt me aan. Zij weet het al wat ik probeer te vertellen. ‘Dan denk ik dat het goed is als ik je alvast vertel waar het over zal gaan.’ Hij gaat rechtop zitten. Zijn ogen groter naarmate ik praat.

Hij zwijgt even nadien. Ik ook. ‘Wie heeft dat uitgevonden eigenlijk. ..geweren? Bommen?’ Hij verwacht geen antwoord. Hij vloekt. ‘Ik wil niet dat ze zorgen voor ruzie tussen mij en mijn vrienden. Ik ga echt nooit ruzie maken met ze.’ Opnieuw hoef ik geen antwoord te geven.

‘Mag ik wel soms bang zijn?’ vraagt hij even later. Mijn keel knijpt dicht. ‘Ja, dat mag.’ Hij lijkt opgelucht. ‘Maar ik ga mooi wel voetballen hè?’

Ik kan alleen maar knikken.

Leave a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.