Uit 't Copy van Clason

3 februari 2016 Er was eens

Lezen

Ik lees niet meer zoals ik het vroeger deed. Je zult me zelden nog ondersteboven op de bank vinden, mijn benen over de leuning bengelend. Ook zie je me niet meer op de grond liggen of aan het aanrecht staan met opengeslagen boek onderwijl langzaam roerend in een of andere pan. Ik lees zelfs niet meer tot slapende benen op het toilet of met steeds zwakker wordende zaklantaarn onder de lakens. Nee, het is eigenlijk nog veel erger.

Ik denk dat ik niet meer kan lezen.

Een alinea lukt me. Een blog lukt me. Een column. Een hoofdstuk. Maar dan. Dan komen mijn hersenen in opstand. Als jengelende kinderen, verveeld en verwend, vragen ze om nieuwe prikkels. Om een snelle snack zoals een twit of een plaatje van Instagram. Ze gaan met me in discussie over zinnen die er niet eens staan. Ze vragen zich plots af of dat andere boek, ook al aangebroken, misschien toch een beter plan was. Ze zeggen: komaan, je hebt het druk, dit moet je nog zien, dat moet je nog horen en lezen. Haast je! Scan de zinnen, schiet op. Volgende halte!

Consequent en streng zijn, dat is een verbeterpunt…dus zo komt het regelmatig voor dat ik na een paar pagina’s ineens verdiept ben in een flauw filmpje, dat ik een discussie volg op Twitter over friet en patat of dat ik het ene boek aan de kant leg om in een compleet ander boek te beginnen.

Op dit moment lees ik bijvoorbeeld vier boeken tegelijkertijd. Dat is geen aanrader. Personages wandelen mee van het een naar het andere decor en ik ben al zo goed in namen onthouden.

Ja, ik las ook: eigen schuld, te veel social media, infobesitas. Toch vraag ik het me ernstig af. Want met jaloezie kijk ik naar de kinderen. Zij verdwalen in dikke boeken. Liggen voor pampus, hangen in stoelen, doof voor alles om hen heen. Ook zij kennen de digitale afleiding, ze doen veel vaker tien dingen tegelijkertijd dan ik. Hun koptelefoon, altijd op het hoofd, had ik beter gelijk al kunnen aanmaken in mijn buik. Evenals een smartphoneduim. Wellicht is dat het. Zijn ze beter ontwikkeld voor deze maatschappij dan ik. In de baarmoeder al gepantserd en gewapend. Zoiets.

Maar goed. Ondertussen liggen er boeken her en der geopend te wachten. Beroepsmatig ook nog wat. Behalve die boeken moet er geschreven worden en werk gelezen van anderen. Nog een week. Dan ben ik 45. Ik schrijf me vanaf die dag een boek per week voor. Een soort sportschool voor mijn luie verweekte brein. Net zolang tot ik weer ondersteboven hang of in ieder geval de tijd uit het oog verlies door een boek. Een jeugdig brein trainen. Dat moet me toch lukken. Ik kan niet wachten.

 

 

Leave a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.