Uit 't Copy van Clason

15 november 2014 Er was eens

Tijd

Achter me wordt Engels gesproken. Vrij luid. Daardoor versta ik de barvrouw niet goed.

“Sorry?”, vraag ik, me iets over de bar buigend. Ze kijkt me met een frons aan. “Blauw of rood.” Het klinkt niet vriendelijk. “Blauw”, antwoord ik. Net iets harder dan nodig zet ze het glas voor mijn neus en schenkt spetterend het water in.

Mijn geld pakt ze niet aan. Dat komt later wel. Blijkbaar.

Ze komen binnen. Pratend. We begroeten elkaar en gaan vlak naast de Engelsen zitten. Dat kan niet anders. Het geluid is hier oorverdovend, afleidend. Ik moet mijn best doen om het gesprek te kunnen volgen. Maar dat lukt me niet, hoeft ook niet. Ze hebben elkaar veel te vertellen.

Ik drink mijn water, knik af en toe. Kijk naar buiten. Naar de gracht. Ik zie mensen passeren, volg een druppel condens op het glas. Mijn tafelgenoten praten over een ander land, waar ik ooit was als kind. Ze begrijpen elkaar terwijl ik stiekem wat wegdroom.

Het geluid van de Engelsen neemt nu de gehele kroeg over. Deze ruimte is te klein voor ze.

Ik gaap en word ongenadig betrapt. We lachen. Vandaag is alles goed. Ik sla mijn benen over elkaar, leun wat naar achteren. En laat de tijd kruipen.

 

 

 

Leave a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.