Uit 't Copy van Clason

28 september 2017 Er was eens

Rivier

De rivier heeft in deze stad de hoofdrol. Het is de reden dat je altijd weer bij haar uitkomt. Welke afslag je ook neemt. Welke kant je eigenlijk ook op zou willen. Op wonderlijke wijze sta je steeds weer aan haar voeten.

En nooit is ze dezelfde.

Woelig en weelderig als het regent. Kalm en voedend als het droog is. Bij eb laat ze de vissersboten achter op het zand. Bij vloed neemt ze alles weer mee.

Ze past zich aan. Aan het weer en het tij. Aan het licht en de seizoenen.

Ze is het meest gracieus in de avond. Dan durven de krabbetjes haar koele armen te verlaten en kruipen de oever op. Vluchtend voor de krabbenman die tot zijn knieƫn in haar bedding staat. Trots toont hij omstanders zijn vangst om zich al snel weer naar haar te buigen.

Als de zon achter de heuvels zakt, verandert de hoofdrolspeelster voor de zoveelste keer van gewaad. Diepblauw dit keer. Nog net niet zwart. In haar weerspiegelen kaarsen en lichtjes van de terrassen waar mensen op de tribune zitten om naar haar te kijken. Ze kabbelt geruststellend tegen de wal. Haar publiek zucht hoorbaar want verkoeling geeft ze. Berusting.

De krabbenman vertrekt. De krabbetjes plonsen een voor een terug naar waar ze vandaan kwamen. Heel in de verte trekt een sluier op, net iets boven haar oppervlakte.

De voorstelling is voorbij.

 

 

Leave a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.