Uit 't Copy van Clason

28 januari 2020 Er was eens

Oproerkraaiers

De ganzen vliegen rondjes boven mijn huis en landen aan de oever van de plassen. Ze maken herrie. Het kan een gesprek zijn. Of een pittige discussie. Hun vleugels houden ze iets naast hun waggelende lijf terwijl ze van links naar rechts over het fietspad zwalken. Van slootje naar grote plas. En andersom.

Als je je ogen een beetje dichtknijpt, lijken ze op vrouwen die hun dikke lagen rokken bijeenhouden. Bijna een fragment uit een schilderij van Pieter Brueghel.

Fietsers, honden, wandelaars en joggers. Iedereen wordt hartgrondig door de ganzen uitgescholden. Ze versperren de weg. Blazen naar iedere voorbijganger.

Die ontwijkt hun snavels. Trapt harder op de trappers. Maakt zichzelf onzichtbaar, net zoals de honden die met hun staart tussen de benen langs de grote toom oproerkraaiers sluipen.

Als ik bijna bij de hangplek ben, is er tumult. Ze vertrekken. Een voor een stijgen ze op. Op weg naar het zuiden? Naar Frankrijk? Spanje? Of nog verder?

Net opgestegen schreeuwt een tegemoetkomende vlucht ganzen uit volle borst: Vergeefse moeite! Keer om! Keer om! Blijf hier! Het is koud in het zuiden!

De V maakt een bocht naar rechts en zet de daling alweer in.

De ganzen die zijn achtergebleven want te laat, te moe.. of weet ik het, lachen hun terugkerende soortgenoten uit.

Dat doet ze niets. Ze pakken hun verendeken weer op en waggelen van links naar rechts.

En weer terug.

Op zoek naar het beste plekje. Met de vliezen in de klei en hun kop alvast in de wolken.

Bijna februari.

 

 

 

 

 

 

 

Leave a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.