Benauwd
‘Heeft u deze pillen als eens eerder gehad?’ ‘Nee.’ ‘Heeft de dokter er iets over verteld?’ ‘Hij heeft vooral heel veel gevraagd.’ ‘Ik vertel het u dan.. Aha.. u heeft astma. Het kan zijn dat u het benauwd krijgt van … Continue reading
‘Heeft u deze pillen als eens eerder gehad?’ ‘Nee.’ ‘Heeft de dokter er iets over verteld?’ ‘Hij heeft vooral heel veel gevraagd.’ ‘Ik vertel het u dan.. Aha.. u heeft astma. Het kan zijn dat u het benauwd krijgt van … Continue reading
Op deze plaats zit ik op de eerste rij. De hoge kruk achter het raam kijkt uit over de Dam. Onder mij, achter het glas, zitten mensen op het terras. Het is koud. Het regent nu en dan. Maar zij … Continue reading
‘Dat wordt weer bellen.’ De drie vrouwen staan onder het bord op het perron. ‘De trein vertrekt over twintig minuten. Twintig minuten! En wie is er weer niet?’ ‘Ah, ze is niet echt heel laat’, probeert een van de vrouwen … Continue reading
‘Als je op je buik ligt, kun je zien dat het boven de weg trilt’, zegt ze. Ze ligt languit, haar maillot heeft kleine bolletjes. Dat zie ik omdat ik zo dicht bij haar lig. Die pluisbolletjes heb ik ook … Continue reading
De Dom ontwaakt met zijn hoofd in de wolken. Ondertussen worden de straten gepoetst voor een nieuwe dag. Wagentjes brommen en blazen. Sproeien de klinkers blinkend nat. Nu mogen auto’s nog laden en lossen. Ze staan op plekken waar ze … Continue reading
Hij leunt achterover. Zijn beide handen houden krampachtig de randen van het tafelblad vast. De jonge twintiger tegenover hem drinkt limonade. Met een rietje. ‘Liefde. Liefde is er tot ik mijn laatste adem uitblaas. Ik weiger me te laten verslaan … Continue reading
Ze draait rondjes en rondjes. En gooit. Een discuswerper zou trots zijn. In dit geval is het haar opa. Hij knikt goedkeurend en geeft haar een nieuw stuk brood aan. De jas, veel te groot, veel te roze, raakt bijna … Continue reading
Ze schieten elkaar kapot. Rollen over de grond weg. Bebloed. Geschaafd. Gewond. Maar dat deert ze niet. Ze praten zelfs tijdens het hele gebeuren. Oneliners vliegen gelijk op met de kogels. Een nieuwe scène wordt ruw onderbroken door een hand … Continue reading
Soms is schrijven niet de liefde van mijn leven. Dan vind ik het ronduit een etter. Een lastpak. Een gemeen wezen. Dat lege, witte scherm voor mijn ogen. De knipperende cursor. De letters die smekend aan mijn vingers liggen: ‘Vorm … Continue reading
Ik draag een t-shirt met mijn naam erop. De letters zijn zacht. Als ik met mijn vinger over een letter aai, moet ik dat neerwaarts doen om de kleur mooi te houden. Opwaarts is het blauw minder blauw. Ik aai … Continue reading