Botweg
‘Waar denk je dat dit in je lichaam zit?’ Het meisje houdt het bot voor zijn neus. Hij kijkt even, haalt dan zijn schouders op. ‘Dit is het bot uit je scheenbeen’, leert ze hem. Ze houdt het witte ding … Continue reading
‘Waar denk je dat dit in je lichaam zit?’ Het meisje houdt het bot voor zijn neus. Hij kijkt even, haalt dan zijn schouders op. ‘Dit is het bot uit je scheenbeen’, leert ze hem. Ze houdt het witte ding … Continue reading
Ze staat heel dicht op me. Ik doe een stap naar achteren maar dat is niet de bedoeling. Opnieuw kruipt ze zowat tegen me aan. Ze buigt haar hoofd naar mijn hoofd en fluistert: ‘U weet het niet. Maar u … Continue reading
Ik kreeg een boek. Tweedehands. Derdehands is ook mogelijk. Dat weet ik niet zeker. Maar als ik dit boek lees, voel ik dat de letters al werden geconsumeerd. De woorden al in een ander brein zijn genesteld. De zinnen mogelijk … Continue reading
Als hij een wankele stap over de kabels heeft genomen, staat hij plots oog in oog met de vis. Voor hem moet het beest enorm zijn. Met bewonderende blik houdt de jongen zich aan de zijkant van de vis vast. … Continue reading
Ik noem ze de raamkijkers. En als ze in het niets staren zijn het de vensterdromers. Soms kan ik alleen een silhouet zien, een schim. De andere keer weet ik zelfs wat hij of zij draagt. Meestal houden ze iets … Continue reading
Ik moet op een knopje drukken als ik een lichtpuntje zie in de duisternis. Terwijl ik dat volgzaam doe, denk ik na over de man die in deze kamer tegenover me zit. De man is niet erg groot. Als hij … Continue reading
‘Wij zijn precies hetzelfde.’ ‘Ja.’ ‘We zijn allebei klein.’ ‘Ja.’ ‘We hebben allebei donker haar.’ ‘Ja.’ ‘We houden van voetballen.’ ‘Ja.’ ‘En als we niet voetballen, hebben we het over eten.’ ‘Ja.’ ‘Al bij het ontbijt.’ ‘Nou…’ ‘Jawel, geef maar … Continue reading
‘Ik zette een streep door mijn verleden. Maar moest er ook een door mijn toekomst zetten.’ Ze roert in haar kopje. We kijken allebei naar de door de lepel ronddraaiende koffie. Als ze stopt met roeren blijft de vloeistof bewegen. … Continue reading
Mijn armen strek ik uit en de lucht verplaatst zich. Rondom me. Achter me. Ik draai en draai en draai. Niks voelen, denken, weten. Alleen nog maar voeten die het ritme oppakken. Handen die als het ware het onzichtbare aan … Continue reading
De auto was ooit van de bakker. Hij was de chauffeur. Zijn vrouw zat op de passagiersstoel. Altijd, want zij reed niet graag. Ze hield zich vast aan de handgreep boven haar deur als hij net iets te fanatiek de … Continue reading